De Nederlandse literatuur heeft ondanks het kleine taalgebied door de eeuwen heen belangrijke schrijvers opgeleverd. Als het gaat om dichters en gepubliceerde dichtbundels per jaar staat Nederland internationaal zelfs op de derde plaats (na Japan en IJsland). Tijdens de Middeleeuwen maakte de Nederlandse literatuur deel uit van een brede West-Europese traditie met ridderverhalen, dierenepossen en moraliteiten. In de zestiende eeuw kwam het humanisme op met Erasmus van Rotterdam als belangrijkste Nederlandse vertegenwoordiger. Zijn ‘Lof der Zotheid’, een satire op maatschappelijke en kerkelijke misstanden, is in vele talen vertaald. Daarna was het vooral Spinoza die met zijn filosofische verhandelingen in het buitenland grote waardering kreeg. In de 17e eeuw kwam de Nederlandse literatuur tot grote bloei. Belangrijke schrijvers uit die tijd zijn Vondel, Hooft, Huygens en Bredero. In de 17e eeuw kwam ook de Statenbijbel tot stand, een Nederlandse bijbelvertaling die grote invloed heeft gehad op de vorming van de Nederlandse taal. Een belangrijke auteur uit de 19e eeuw is Multatuli, wiens roman ‘Max Havelaar’een aanklacht vormde tegen het koloniale bewind in het toenmalige Nederlands-Indië (tegenwoordig Indonesië). De literatuur na de Tweede Wereldoorlog is lange tijd gedomineerd door de ‘grote drie’: W.F.Hermans, Harry Mulisch en Gerard Reve. Andere belangrijke naoorlogse schrijvers zijn onder meer Hella Haasse, Jan Wolkers, Cees Nooteboom, Maarten ’t Hart, A.F.Th. van der Heyden, Arnon Grunberg, Mensje van Keulen en Connie Palmen. In het buitenland is de belangstelling voor Nederlandse auteurs in de afgelopen tijd gegroeid. Het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds maakt zich sterk voor Nederlandse literatuur in het buitenland. Het fonds streeft naar de totstandkoming van een kwalitatief hoogstaand en breed geschakeerd aanbod van oorspronkelijke en vertaalde Nederlandse literaire werken.